GO Blog | EF Blog Netherlands
Het laatste nieuws over reizen, taal en cultuur door EF Education First
Menu

10 verwarrende Engelse woorden (en hoe goed te gebruiken)

10 verwarrende Engelse woorden (en hoe goed te gebruiken)

Oh Engels, jij bedrieglijk taaltje. Net wanneer we denkt dat we je begrijpen, duikt er wel een list op zoals een uitzondering op de spellingsregel of tig verschillende uitspraakmogelijkheden voor dezelfde paar letters. Beste lezer, we hebben je in dit artikel al lekker gemaakt met tien verwarrende Engelse woorden, maar dat is nog maar het begin. Lees nu dit hele stuk en word lid van de Engelse spelling- en grammaticapolitie om deze tien veel gemaakte fouten te beschermen tegen nog meer ellende!

1. Misspell

Oh, de ironie: Waarom is een woord dat verwijst naar onjuiste spelling zo lastig om te spellen? Het klopt dat dit eerste woord een beetje overdreven gespeld lijkt, met z’n dubbele S en een dubbele L. Maar met het volgende ezelsbruggetje zal je het voor altijd onthouden: Miss Pell never misspells

2. Its vs. It’s

Om te huilen, deze twee. Zoals je weet, is it’s een afkorting van it is. En its is de bezittelijke variant van iets. Denk je dat je een apostrof moet toevoegen? Check eerst of je het woord zou kunnen vervangen door hers. Zo ja, laat die apostrof dan lekker weg!

3. A lot vs. Allot

Zo veel verschil kan een spatie maken. A lot beschrijft een hoeveelheid en kan bovendien gebruikt worden voor zowel telbare zelfstandig naamwoorden (zoals mensen, stoelen of koppen koffie) als ontelbare zelfstandig naamwoorden (zoals water, rijst, geld of haar). Een paar voorbeelden: I have a lot of time. He’s got a lot of books. How much do we have? A lot. Daarentegen is allot een werkwoord dat ‘uitdelen’ of ‘verdelen’ betekent. Bijvoorbeeld: I allotted everyone 30 minutes to speak. All the students were allotted a study area. (En om nog even terug te komen op het voorgaande: He allotted everyone a lot of time.)

4. Piece vs. peace

Nog iets wat je kunt uitdelen – en waar mensen altijd dankbaar voor zijn – is taart. Dat brengt ons naar de volgende combinatie van verwarrende woorden. Deze is gelukkig easy as pie. De volgende keer dat je twijfelt of je piece of peace moet schrijven, denk dan aan een piece of pie (that will bring world peace).

5. Advice vs. advise

Advice (wat klinkt alsof er een S in zit) is een suggestie voor een actie (My friend gave me some really great advice). Advise (met een Z-klank) betekent ‘adviseren’ of ‘aanraden’ (He advised me to exercise first thing in the morning). Wauw! Maar hoe weet je nou welke je moet gebruiken? Onthoud voor altijd dat advice een zelfstandig naamwoord is, net als ice. En advise is een werkwoord, net als is.

6. Lose vs. loose

Did your team lose or loose the final? When you dropped 10kg, were your pants lose or loose? En maakt dat eigenlijk uit? Jazeker: Die onschuldig ogende o maakt een wereld van verschil. Stel je voor dat beide woorden als hetzelfde zijn begonnen, maar dat lose op een gegeven moment een o is verloren (misschien omdat er een moose on the loose was?)

7. Diarrhoea

Wauw, van het proberen te spellen spellen van dit woord alleen al kun je misselijk worden. Het is misschien niet een woord dat je elke dag gebruikt, maar het is goed om de juiste schrijfwijze ervan te weten. Dit is een gemakkelijke (en helaas ook visuele) manier om die te onthouden: You’d better dash in a real real hurry, or else accident! (Als je wat tijd wilt besparen, bijvoorbeeld omdat je gezien de omstandigheden nogal haast hebt, kun je altijd voor de Amerikaanse spelling gaan: diarrhea.)

8. Disinterested vs. uninterested

Nog twee woorden die je makkelijk van slag brengen. Een uninterested person is ergens niet in geïnteresseerd. Terwijl een disinterested person geen kant kiest in een discussie. Als een goede scheidsrechter eigenlijk! Hoe je het verschil onthoudt? Denk aan een advocaat die zijn cliënt het volgende aanraadt voordat ze de rechtszaal binnenstappen: “Don’t disrespect the judge. She’s disinterested.”

9. “-ie” of “-ei” tijdens het spellen

Studenten leerden vroeger altijd “I before E, except after C.” Simpel zat, nietwaar? Helaas zijn er veel woorden waarvoor die regel niet opgaat. Het is tegenwoordig het beste om

I before E, except after C or when sounding like A, as in neighbor and weigh (and also for weird, which is really just weird)” te onthouden. Zo laat je je niet kisten door al die sneaky uitzonderingen!

10. Every day vs. everyday

Everyday is een bijvoeglijk naamwoord voor iets normaals of niet-bijzonders: Everyday people don’t dress head to toe in Gucci. En every day gaat over iets wat elke dag gebeurt (I drink three strong coffees every day.). Om het extra ingewikkeld te maken, moet je weten dat dingen die je every day doet, ook everyday things zijn. Krijg je hier al hoofdpijn van? Nergens voor nodig! Als je ook each day in je zin kunt gebruiken, ga dan voor every day!

Start jouw buitenlandse avontuur vandaag nog!Ontdek meer
Ontvang het laatste nieuws over reizen, talen en cultuur in de GO-nieuwsbriefAanmelden

Wil je een taal in het buitenland leren? Bestel een gratis EF brochure.

Lees meer