5 slimme tips om het maximale uit elke reis te halen (welk tripje dan ook)
Ik ben verslaafd aan reizen. Toen mijn moeder zwanger was, vloog ze heen en weer tussen Duitsland en de VS, en ergens boven de Atlantische Oceaan is die reislust in mijn DNA geprogrammeerd. Ik bedoel: wat is er nou níet leuk aan het maken van tripjes? Denk er maar eens over na: je landkaart van de wereld wordt elke keer dat je een nieuwe straat in loopt, weer een stukje groter. Op elke hoek ligt iets onbekends. Je wordt er vrolijker door. Energieker. Hoopvol.
Maar elk voordeel heeft z’n nadeel: reizen kan ook overweldigend zijn. Vroeger had ik daarom elk reisje van A tot Z voor vertrek al helemaal uitgestippeld om niets aan het toeval over te laten. Ik bepaalde vooraf naar welke bezienswaardigheden ik wilde gaan. Welke wijken ik wilde ontdekken. Ik had voor elke dag een complete planning. Ik dacht dat dit de sleutel was tot een fantastisch, onvergetelijk tripje.
Vervolgens kwam ik aan op mijn bestemming en was ik er helemaal klaar voor, maar bizar genoeg liep het in de praktijk heel anders. Wat bleek: door mezelf aan mijn strakke planning te houden, kon ik niet helemaal “in het nu” zijn en kon ik niet echt van de reis genieten. Sterker nog: het maakte mijn tripje juist moeilijker. Daarom heb ik die extreme planningen losgelaten en heb ik een betere balans gevonden (hee, ik ben niet voor niets een Weegschaal) voor mijn avonturen in het buitenland.
Tegenwoordig volg ik mijn intuïtie en houd ik me aan slechts een paar must-do’s die op elke bestemming goed uitpakken. Hieronder mijn top vijf van tips waarmee je het maximale haalt uit elke reis, ongeacht waarheen en hoe lang:
1. Zorg dat je de taal spreekt
Waar ik ook naartoe ga, ik zorg dat ik minstens een paar basiszinnen in de lokale taal spreek. De Coffee Break-podcasts zijn voor mij ideaal om Spaans, Italiaans en Frans te leren, terwijl anderen misschien liever Google gebruiken. Voordat ik voor het eerst een aantal dagen naar Parijs ging, leerde ik wat basis-Frans. Dat zorgde ervoor dat een politieagent met me flirtte terwijl hij het verkeer regelde en winkeliers me behandelden als een lokale Parisienne (Je suis désolée, je ne parle pas français!). Het maakte de reis zoveel leuker en relaxter. En misschien vind je de taal wel zo mooi, dat je besluit die te gaan studeren (dat heb ik gedaan, oui!).
2. Ga naar lokale markten
Een van mijn favoriete activiteiten op reis is het bezoeken van een lokale markt. Ik slenter dan langs stelletjes vol overheerlijke producten en neem alle kleuren en texturen goed in me op. Ik zie de interactie tussen de locals, hoor ze kletsen over hoe hun dag verloopt en ga me daardoor veel betrokkener voelen bij mijn plaats van bestemming. Verder vind ik het fijn om in een accommodatie te verblijven die een keuken heeft, zodat ik vers fruit kan kopen en ’s ochtends mijn eigen ontbijt kan maken. Dat voelt knusser dan een hotelbuffet. Heb je zelf geen keuken tot je beschikking, geniet dan van je ontbijt (of lunch) tijdens een picknick in een park. Er is weinig dat je zo’n vakantiegevoel geeft als je brood delen met de lokale vogeltjes.
3. Vraag de locals om advies
Op reis zijn is niet het juiste moment om verlegen te zijn. Wees dapper en knoop eens een kletspraatje aan met een vreemde. Vragen welke geweldige bezienswaardigheid de meeste toeristen overslaan, is een goeie ijsbreker. Geloof me: je gesprekspartner heeft altijd wel een tip. Ik heb de leukste attracties gezien met dank aan een Londense metromedewerker en een ober in een tapasbar in Spanje. Baseer je niet alleen op reisgidsen en Google, maar vraag rond voor inspiratie. Met een vriendelijke glimlach kom je al een heel eind.
4. Download OV-apps
Ga je een stad bezoeken, zoek dan vooraf uit hoe het lokale OV-netwerk heet (zoals in Nederland de RET in Rotterdam dat is, of het GVB in Amsterdam). De meeste OV-bedrijven hebben een app die je gratis kunt downloaden. Ik vind het fijn om voor vertrek alvast de route van het treinstation of de luchthaven naar mijn accommodatie uit te stippelen. Zodat ik direct na aankomst niet hoef te stressen. Meestal is het trouwens goedkoper om een dagkaartje te kopen dan enkele reizen. Voor een langer verblijf is een weekticket (indien dat bestaat) meestal het beste. Zorg dat je vooraf je huiswerk hebt gedaan, want alles ter plaatse nog moeten uitvinden terwijl je een jetlag hebt. En dringend behoefte hebt aan een douche, is echt voor amateurs.
5. Ga op zoek naar mooie uitzichtpunten
Ik probeer op reis altijd een ergens een mooi uitzichtpunt te vinden vanaf waar ik een mooi overzicht heb over mijn bestemming. Dat is handig voor je richtinggevoel en is ideaal voor foto’s. Zijn er geen heuvels of bergen in de buurt, ga dan op zoek naar gebouwen als wolkenkrabbers of kerktorens voor de mooiste vergezichten. Een uitzicht dat ik nooit meer zal vergeten, was hoe de zon opkwam boven de Haleakalā-krater op het eiland Maui (Hawaï). In te verte zag ik de golven van de oceaan, en dichterbij hoe het eiland plotseling baadde in zonlicht en de wereld heel langzaam wakker werd. Zulke momenten vergeet je nooit meer.