De belangrijkste wielertermen die je moet kennen om de Tour te kijken
Ik ben dol op fietsen. Ik fiets naar mijn werk, mountainbike, ik fiets elke week met vrienden en houd zelfs mijn ritjes bij in een app in een poging sneller te worden. Veel van mijn vrienden zouden me beschrijven als een “fanatieke fietser”, maar wat mijn kennis van de wielersport betreft… dat is een heel ander verhaal.
De gele trui, de bolletjestrui, de chasse patatte, het peloton, kop-over-kop-rijden… geloof me: ik vind al die termen behoorlijk verwarrend. Ter voorbereiding op de Tour de France heb ik dit jaar daarom besloten om mezelf even een spoedcursus wielrennen te geven.
Dit zijn de belangrijkste termen die je moet kennen om de Tour de France te kijken (en ervan te genieten!) en te snappen wat die jongens in hun kleurrijke lycra pakjes nou precies aan het doen zijn.
De truien
Geel – de renner boven aan het algemeen klassement
De gele trui staat ook wel bekend als de “maillot jaune” en wordt gedragen door de renner die boven aan het Algemeen Klassement (het AK) staat. Hij is tot nu toe het snelst in de wedstrijd.
Groen – de puntenleider
De groene trui, ook wel de “maillot vert”, wordt gedragen door de renner die de meeste punten heeft verdiend in de wedstrijd. Je kunt die punten winnen op basis van de posities die de renners na elke etappe hebben, maar ook op basis van bepaalde sprints binnen een etappe.
Bolletjestrui – de Koning van de Bergen
Deze wordt gedragen door de renner die het beste resultaat heeft bereikt en de meeste punten heeft verdiend in de bergetappes van de wedstrijd. Hoe moeilijker de klim, hoe meer punten er verdiend kunnen worden.
De rollen van de renners
Klimmer
Een lichte renner die gespecialiseerd is in fietsen door heuvelachtig of bergachtig gebied.
Sprinter
Een krachtige renner die vlak voor de finish nog op hoge snelheid een eindsprint kan inzetten.
Tijdritspecialist
Een sterke duurrijder die goed voor langere tijd op een hoog tempo kan rijden om etappesprints of tijdritten te winnen.
Wegkapitein
Een ervaren renner die de teamstrategie moet uitvoeren en ervoor moet zorgen dat al zijn teamgenoten op het juiste moment doen wat de bedoeling is.
Beschermd renner
De renner die die dag de teamfavoriet is voor ofwel de etappe van die dag, of de eindwinst. Tijdens een bergetappe kan dit een klimmer zijn, op vlak gebied kan het een sprinter zijn, of natuurlijk de AK-aanvaller.
Knecht
Een teamgenoot die de beschermde renner helpt, bijvoorbeeld door hem uit de wind te houden, fysiek op afstand van anderen te houden, of hem meer water vanuit de teamauto te brengen.
De positie van de renners
Peloton
De grote groep renners.
**
Kop-aan-kop-rijden**
Wanneer renners zichzelf in één of twee rijtjes positioneren om aerodynamische bescherming van de renner vóór zich te krijgen. De renners gaan omstebeurt in de voorste rij fietsen om hun teamgenoten te beschermen tegen de wind.
Ontsnapping
Als een of meerdere renners wegfietst van het peloton en voorop gaat rijden.
Chasse patatte
Renners, of groepjes renners, die zich bij de ontsnappers willen voegen maar tussen de voorste renners en het peloton blijven hangen.
De bus
De groep renners achter in het peloton. Tijdens een bergrit zijn dit meestal de sprinters of zwaardere renners die het tempo van de lichte klimmers niet kunnen bijhouden.