Een korte geschiedenis van de Engelse taal
Heb je je weleens afgevraagd hoe het Engels, met z’n circa 750.000 woorden en 1,6 miljard sprekers in alle uithoeken van de wereld – zo’n prachtige, veelzeggende taal is geworden?
Anders dan talen die zich binnen de grenzen van een bepaald land (of binnen een bepaalde regio) hebben ontwikkeld, is het Engels al vanaf het prille begin zo’n 1600 jaar geleden gegroeid door grenzen over te gaan dankzij invasies en oorlogen. Onderweg werden er onderdelen van andere talen aan toegevoegd en veranderde het Engels naarmate het zich een weg baande over deze planeet.
De Angelsaksische link
Het ontstaan van het Engels ligt in – verrassing! – het hedendaagse Engeland en is te danken aan de komst van Angelsaksische stammen die in 400 na Christus van Centraal-Europa naar de Britse eilanden kwamen. Hun taal, die nu bekend staat als “Oud-Engels” werd al snel de gangbare taal in deze relatief afgelegen hoek van Europa. Hoewel jij en ik het waarschijnlijk lastig zouden vinden om Oud-Engels te begrijpen, bleek het wel een sterke basis voor de taal die we tegenwoordig spreken. We hebben er veel essentiële woorden aan te danken, zoals “be”, “strong” en “water”.
Wegwezen: een Viking en z’n mes!
Door de invasies van de Vikingen (een Scandinavisch volk dat zich 1000 tot 1200 jaar geleden al plunderend een weg baande door Noord- en Noordwest-Europa) vermengde het Oud-Engels zich met Oudnoors, de taal van de Vikingen. Het Oudnoors heeft het Engels meer dan tweeduizend nieuwe woorden opgeleverd, waaronder “give” en “take”, “egg”, “knife”, “husband”, “run” en “viking”.
Kom maar door met dat Frans
Hoewel Engels tegen 1000 na Christus volop werd gesproken op de Britse eilanden, koos de Viking-invasie voor het Frans als de taal van de royals en de macht. Het Oud-Engels was iets voor het volk. Ondanks die niet zo glamoureuze status bleef de taal groeien en zich ontwikkelen door tussen de jaren 1000 en 1400 onder meer veel Latijnse en Franse woorden op te nemen, zoals “beer”, “city”, “fruit” en “people”, plus de helft van de maanden van het jaar. Door Franse woorden te gebruiken en aan te passen ging het Engels ook verfijnder klinken, mede dankzij woorden en concepten als “liberty” en “justice”.
De alligator heeft mijn puppy opgegeten
In de 14e en 15e eeuw, na de Honderdjarige Oorlog met Frankrijk die voor Franse overheersing op de Britse eilanden zorgde, werd het Engels weer de taal van de macht en de invloed. Het kreeg een extra boost door de ontwikkeling van Engelse literatuur en Engelse cultuur, met William Shakespeare aan het roer: misschien wel de grootste dichter en toneelspeler aller tijden. Shakespeares invloed op de groei van het Engels en de cultuur is lastig te bevatten. Zo zou hij minstens 1700 nieuwe woorden hebben bedacht (ja, BEDACHT) zoals “alligator”, “puppy dog” en “fashionable”. En dat terwijl hij ook nog klassiekers zoals Romeo & Juliet schreef!
De wetenschap van nieuwe woorden
Nadat Shakespeare het Engels had neergezet als een rijke, cultureel belangrijke taal, deed ook de wetenschap in de 17e en 18e eeuw een duit in het zakje door nieuwe woorden toe te voegen als “gravity”, “acid” en “electricity”. En aangezien de Engelstalige wereld het middelpunt van veel wetenschappelijke vooruitgang en ontdekkingen was, groeide de taal daarin mee.
Engels wereldwijd
Maar pas toen Groot-Brittannië de koloniale overheerser van het (voor zover toen bekende) universum werd, ging het Engels pas echt in rap tempo groeien. Tegen het begin van de 20e eeuw heersten de Britten over meer dan een kwart van de wereld, van Azië tot Afrika, en de meer dan 400 miljoen nieuwe onderdanen die er woonden. Dit zorgde er niet alleen voor dat de taal zich snel en breed verspreidde, maar leverde ook tientallen lokale versies en dialecten op waar – je raadt het al – wederom nieuwe woorden aan werden toegevoegd. Het woord “barbecue” dat uit het Caraïbisch gebied komt bijvoorbeeld, of “zombie” dat uit Afrika komt.
Een woordenboek als redmiddel
De snelle verspreiding van de taal leverde ook een probleem op: hoe zorg je ervoor dat het Engels overal te volgen blijft? De taalbijbel genaamd Oxford English Dictionary, die in 1884 voor het eerst verscheen, heeft de spelling gestandaardiseerd en zorgde ervoor dat Engelse sprekers elkaar wereldwijd konden verstaan (of dat in elk geval konden proberen). Inmiddels zijn we toe aan de 20e editie (dat zijn meer dan 21.000 pagina’s aan definities!) en elk nieuw exemplaar van de Oxford English Dictionary gaat gepaard met tientallen jaren ontwikkeling. Aan de online variant worden echter meerdere keren per jaar nieuwe termen toegevoegd.
OMG en de parels van de 21 eeuw
Wat dat betreft is het allerleukst aan Engels natuurlijk het feit dat de taal nog steeds evolueert. Denk maar aan de ontwikkeling tot lokale dialecten en straattaal in landen als de VS, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland en in steden die variëren van New York en Oxford tot Singapore. Maar denk ook aan het feit dat het hedendaagse Engels nu doordrenkt is met tech-gerelateerde woorden (denk maar aan het Woord van het Jaar 2013: “selfie”). Alleen al de Engelse woordenschat groeit met een tempo van circa 1000 nieuwe en goedgekeurde woorden per jaar en dan zijn dat alleen nog maar de termen die worden gezien als belangrijk genoeg om aan het online woordenboek toe te voegen. Onze favorieten sinds de laatste updates? “OMG” (de afkorting van Oh My God), “food baby” (je opgezwollen buik als je te veel gegeten hebt) en “phablet” (een grappig woord voor de grote telefoon of kleine tablet waar je dit artikel waarschijnlijk op leest!).