Zo is het om te leven als olympiër – Q&A met DeeDee Trotter
Als je twee olympische gouden medailles en één bronzen plak in je prijzenkast hebt hangen, lijkt het niet meer dan normaal om je hardloopschoenen aan de wilgen te hangen en de rest van je leven na te genieten van je olympische successen. Maar DeeDee Trotter, een Amerikaanse atleet die op de Spelen van 2004 en 2012 medailles won op de relay en de 400 meter, weigert zich aan te passen aan zulke verwachtingen. Sinds ze als topsporter met pensioen is, werkt ze als motivational speaker en merkambassadeur. Verder is ze Oympic Ambassador van EF (hier lees je meer over de rol van EF op de Olympische Spelen) en nu deelt ze haar indrukwekkende verhaal over doorzettingsvermogen en hard werken met de rest van de wereld.
We spraken haar om haar carrière en de allesbepalende momenten daarin te bespreken. En we vroegen haar wat het gewone volk kan leren van een sportgodin zoals zij.
Wat was een allesbepalend moment in je carrière?
Voor veel mensen staan hun bepalende momenten gelijk aan hun succesvolste momenten. Maar in mijn geval leverden mijn bepalende momenten lang niet altijd direct winst op. Mijn állesbepalende moment was toen ik in 2012 de bronzen medaille op de 400 meter won. Op dat moment had ik een behoorlijk gevecht achter de rug. Het had me vier jaar gekost om terug te keren naar olympisch niveau. Ik had last van een knieblessure die me bijna mijn hele carrière had gekost. Het voelde echt geweldig om na drie jaar van verschrikkelijke prestaties en een knieoperatie in 2012 terug te keren naar de Spelen, de wedstrijd van mijn leven te lopen en het olympische podium te bereiken. De mentale strijd en het doorzettingsvermogen die nodig waren om dat te bereiken, hebben me echt gevormd tot topsporter en laten ook zien wie ik op persoonlijk vlak ben.
Wat hield je in die drie of vier jaar op de been?
De waarheid. Ik wist dat ik nog méér in me had. En ik wist dat ik dat kon bereiken zolang ik mezelf maar bleef pushen, ook al leek alles wat er in mijn leven gebeurde het tegendeel te bewijzen. Een stemmetje in mijn hoofd bleef maar zeuren: “Je bent nog niet klaar, houd vol.” Dit stemmetje stond niet toe dat ik stopte, ongeacht mijn prestaties of hoe ik die dag had gerend. Het bleef maar zeggen: “Er zit méér in je, dus houd vol.” Sinds vier jaar noem ik dat stemmetje mijn “innerlijke kampioen”.
Is dat het advies dat je aan onze studenten over de hele wereld geeft?
Absoluut, dat is mijn boodschap: het is een geef-nooit-op-mentaliteit. Ik denk dat de meeste mensen, of althans degenen die ik heb ontmoet, dat wel herkennen. Ik zeg natuurlijk nooit tegen twee groepen studenten precies hetzelfde en het hangt ook af van het type vragen dat ze stellen en de onderwerpen die ter sprake komen, maar in het algemeen draait het over het vinden van de kampioen die in jou schuilt en over het uitdagen van jezelf om tot de beste versie van jezelf te komen, ongeacht wat voor tegenslagen je leven krijgt.
Wat motiveert jou om je verhaal te vertellen? En wat maakt dat waardevol buiten de sportwereld?
Als ik een praatje houd, wil ik niet dat mensen na afloop tegen zichzelf zeggen: “Oh, DeeDee heeft vandaag een paar heel inspirerende dingen gezegd”. Ik wil liever dat iemand weggaat met de gedachte: “Weet je wat, ik moet aan de slag gaan om mezelf te verbeteren. Ik moet mijn eigen doelen nastreven.” Dát is wat ik wil veroorzaken: een gevoel van een doel en vastberadenheid. Een heel cool verhaal vertellen vind ik niet genoeg. Dat probeer ik natuurlijk wel, maar ik wil vooral dieper gaan dan dat en mensen de tools geven om hun leven te verbeteren en niet op te geven.
Wat kunnen studenten leren van jouw verhaal? En hoe kan het hen helpen om hun doelen te bereiken?
Als kind droomde ik niet van deelname aan de Olympische Spelen. Dat was gewoon iets wat me eigenlijk overkwam als gevolg van heel hard werken en een onmiskenbaar talent. Ik droomde van een leven als professioneel basketballer en hoewel ik tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta woonde, schonk ik niet veel aandacht aan de omvang van het evenement. Ik was gewoon een kind van 14 dat voor de lol rondjes rende in het olympisch park. Hoewel hardlopen niet mijn droom was, bleef ik rennen omdat het een manier was om mijn andere doelen te bereiken en op die manier belandde ik aan de top. Sindsdien ben ik de Olympische Spelen natuurlijk gaan waarderen, maar dat gebeurde vooral door er zelf deel van uit te maken: door ondergedompeld te worden in een evenement waarop werkelijk de hele wereld samenkomt. De Spelen draaien om vrede, passie, hard werken, internationale eenheid, competitie en trots: als je er bent, kun je onmogelijk NIET geïnspireerd raken.
Tegen studenten zou ik zeggen: het komt allemaal neer op hard werken en doorzettingsvermogen. Er is geen alternatief. Als je er geen uren en uren in steekt, leer je niet. Maar wat het leren van talen betreft, draait het wat mij betreft ook om inspiratie. Ik raakte geïnspireerd door het internationale karakter van de Olympische Spelen en iedereen die een vreemde taal leert, zou diezelfde motivatie moeten voelen. Het is een andere manier om de wereld te leren kennen, om mensen uit andere culturen te ontmoeten en grenzen te doorbreken. Kijk, de Spelen vinden maar eens in de vier jaar plaats, maar ook de rest van de tijd zou de wereld zich verbondener moeten voelen en zo moeten gedragen!
Hoe belangrijk is het werk van EF en de Olympische Spelen?
Het is fantastisch om deel uit te maken van de EF-missie om de wereld te openen door middel van onderwijs. Het is iets waar ik echt in geloof en het is de perfecte boodschap om te combineren met de olympische waarden. Beide organisaties proberen cultuurbarrières te doorbreken en dankzij mijn werk voor EF heb ik ontdekt hoe krachtig zowel sport als het leren van een taal is om mensen samen te brengen.
Ik hoorde dat je Duits aan het leren bent, best een uitdagende taal. Hoe heb je dit opgepikt?
Ja, weet je: leren is leren, hoe je het ook wendt of keert. He is een proces waarin je iets moet ontdekken wat je nog niet weet. In atletiek start je met het strikken van je schoenveters – zo simpel is het echt – en ook bij het leren van Duits moet je bij het begin beginnen. Het was best een uitdaging, zeker bepaalde onderdelen van de uitspraak. Maar ik weet: oefening baart kunst en ik moet mijn vaardigheden elke dag toepassen. Hoe meer Duits ik praat, hoe beter ik erin word. Zoal ik eerder al zei: er is echt geen goed alternatief voor gewoon oefenen, dus ik benader dat met dezelfde toewijding als mijn sport.
En tot slot: wat heeft hardlopen je naast de medailles nog meer opgeleverd?
Het grootste cadeau van alles is de kans om mijn verhaal te delen en om mensen te inspireren en aan te moedigen, zeker jongeren. Ik heb laatst een 15-jarig meisje ontmoet bij een van mijn praatjes, die me een cadeautje met een prachtig berichtje gaf. Het was een telefoonhoesje van een bedrijf dat zij had opgericht en op een briefje had ze “Bedankt voor je inspiratie, nu weet ik dat ik kan doorzetten” gezet. Ik moest erdoor huilen. Het was gewoon zo inspirerend om te zien hoeveel impact mijn woorden hadden en hoe professioneel het meisje was. Ik heb nog nooit gehuild in een trainingsbespreking, of omdat ik had gewonnen of verloren, maar ik heb wel gehuild dankzij dit soort geweldige jonge mensen. Ik heb gehuild om dit nieuwe deel van mijn leven dat het hardlopen me heeft gebracht. Zonder het rennen zou ik hier nu niet staan, dus ik ben daar heel, heel dankbaar voor.