Het gebruik van bijwoorden in het Engels
Bijwoorden wijzigen andere woorden of vertellen ons er meer over. Gewoonlijk wijzigen bijwoorden de werkwoorden. Ze vertellen ons hoe, hoe vaak, wanneer of waar iets gebeurt. Het bijwoord wordt achter het werkwoord dat het wijzigt geplaatst.
- The bus moved slowly.
- The bears ate greedily.
- The car drove fast.
Soms wijzigen bijwoorden de bijvoeglijk naamwoorden. Ze maken ze sterker of zwakker.
Voorbeelden
- You look absolutely fabulous!
- He is slightly overweight.
- You are very persistent.
Sommige soorten bijwoorden kunnen andere bijwoorden, hun graad of nauwkeurigheid wijzigen.
Voorbeelden
- She played the violin extremely well.
- You're speaking too quietly.