Present Perfect Continuous
Het maken van de Present Perfect Continuous
De present perfect continuous bestaat uit twee elementen: de voltooid tegenwoordige tijd van het werkwoord 'to be' (have/has been) en het tegenwoordig deelwoord van het hoofdwerkwoord (base+ing)
Onderwerp | has/have been | base+ing |
She | has been | swimming |
Bevestigend: She has been / She's been running.
Ontkennend: She hasn't been running.
Vragend: Has she been running?
Vragend ontkennend: Hasn't she been running?
Voorbeeld: present perfect continuous, TO LIVE
Bevestigend | Ontkennend | Vragend |
---|---|---|
I have been living | I haven't been living | Have I been living? |
You have been living | You haven't been living | Have you been living? |
He, she, it has been living | He hasn't been living | Has she been living? |
We have been living | We haven't been living | Have we been living? |
You have been living | You haven't been living | Have you been living? |
They have been living | They haven't been living | Have they been living? |
Functies van de present perfect continuous
De present perfect continuous verwijst naar een onbepaalde tijd tussen 'voor nu' en 'nu'. De spreker denkt over iets dat begonnen is, maar mogelijk nog niet in die periode is afgelopen. Hij/zij is zowel geïnteresseerd in het proces als in het resultaat, en dit proces kan nog voortduren of is net afgelopen.
Handelingen die in het verleden begonnen zijn en die nog doorgaan in het heden
She has been waiting for you all day (= en ze wacht nu nog steeds).
I've been working on this report since eight o'clock this morning (= en ik ben nog niet klaar).
They have been travelling since last October (= en ze zijn nog niet terug).
Handelingen die net afgelopen zijn, maar we zijn geïnteresseerd in de resultaten ervan
She has been cooking since last night (= en het eten op de tafel ziet er heerlijk uit).
It's been raining (= en de straten zijn nog steeds nat).
Someone's been eating my chips (= de helft is op).
Werkwoorden zonder duratieve vormen
Gebruik bij werkwoorden die gewoonlijk niet in de duratieve vorm gebruikt worden, de eenvoudige voltooide tijd. Bijvoorbeeld: I've wanted to visit China for years.
She's known Robert since she was a child.
I've hated that music since I first heard it.
I've heard a lot about you recently.
We've understood everything.
we've heard this morning.